Informatie

22 januari 2025 - De Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie publiceert haar tweejaarlijks verslag voor de jaren 2022-2023

De Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie stelt vandaag haar tweejaarlijks verslag m.b.t. de jaren 2022 en 2023 voor. Dit rapport biedt een gedetailleerde statistische analyse van de toepassing van de wet op euthanasie in België, zoals blijkt uit het onderzoek van de registratiedocumenten, en doet aanbevelingen om het beheer- en de modernisering van de processen te verbeteren.

Aanhoudende stijging van de registratiedocumenten van euthanasie

In 2022-2023 werden 6.389 euthanasieverklaringen geregistreerd (2966 in 2022 en 3423 in 2023), wat een gemiddelde jaarlijkse stijging van 12% vertegenwoordigt.

Een opvallende trend is de geleidelijke toename van verklaringen in het Frans, die nu 29,4% van het totaal uitmaken (tegenover 70,6% in het Nederlands).

De Commissie herinnert eraan dat alleen handelingen die op verzoek van de patiënt opzettelijk een einde maken aan het leven, conform artikel 2 van de wet, als euthanasie worden beschouwd. Het gebruik van niet-dodelijke of potentieel dodelijke geneesmiddelen, zoals morfine, om lijden te verlichten, ook als dit het overlijden kan versnellen, valt niet onder deze definitie.

Uit de gegevens blijkt dat de meerderheid van de betrokken patiënten ouder was dan 70 jaar (70,3%), met een aanzienlijk aandeel van patiënten ouder dan 80 jaar (42%). De meest vertegenwoordigde leeftijdsgroep is die van 80-89 jaar (28,5%). Verzoeken van patiënten jonger dan 40 jaar blijven zeer zeldzaam en vertegenwoordigen slechts 1,2% van de gevallen.

In 2022 en 2023 werd in totaal één euthanasie bij een minderjarige geregistreerd.

Bij 80,8% van de 6.389 geregistreerde euthanasieën ging het om een overlijden dat op korte termijn te verwachten was.

Belangrijkste aandoeningen die aanleiding geven tot euthanasieverzoeken zijn:

  • Kwaadaardige tumoren (kanker): 57,5% van de gevallen,
  • Polypathologie: 21,5%,
  • ziekten van het zenuwstelsel: 9,3%,
  • ziekten van het hart -en vaatstelsel: 3,4%,
  • Cognitieve stoornissen: 1,3%,
  • Psychiatrische aandoeningen: 1,2%,
  • Overige oorzaken, zoals osteo-articulaire ziekten, ziekten van het spijsverteringsstelsel of traumatische letsels: 2,7%.

De belangrijkste patiëntengroep in aantal zijn de patiënten met een oncologische aandoening, vooral voor patiënten waarvan het overlijden binnen afzienbare termijn werd verwacht. Het ging vooral om kankers van het spijsverteringsstelsel, het ademhalingsstelsel, borst, van bloed (lymfoom) en geslachtsorganen (vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen).

Na kanker, was polypathologie de belangrijkste reden om euthanasie te vragen, vooral voor patiënten waarvan het overlijden niet binnen afzienbare termijn werd verwacht. Sinds het in voege treden van de wet stelt men een gestage stijging vast van het percentage van deze groep van patiënten In 2023 bedroeg dit aandeel reeds 23%. Dit aandeel zal nog verder toenemen omdat polypathologie in verband wordt gebracht met verouderingsproces die patiënten ondergaan.

Euthanasiedossiers met betrekking tot psychiatrische aandoeningen (zoals recidiverende depressie) of cognitieve stoornissen (zoals ziekte van Alzheimer) blijven gering en vertegenwoordigen 2,5% van de gevallen. Net als alle andere euthanasiedossiers voldoen deze aan de wettelijke voorwaarden en worden ze met bijzondere zorg behandeld.

In 74,4% van de gevallen leden patiënten tegelijkertijd aan fysiek en psychisch lijden als direct gevolg van één of meerdere ernstige en ongeneeslijke aandoeningen.

Evolutie in locaties waar euthanasie wordt uitgevoerd:

  • 49,5% vond plaats thuis, een opvallende daling in percentage vergeleken met voorgaande jaren/
  • 31,9% in ziekenhuizen waaronder palliatieve dienst.
  • 17% in woon- zorgcentra, een lichte toename. Het WZC is in bijna alle gevallen de thuis van de patiënt.

De gegevens tonen ook aan dat minder dan 1% van de euthanasieën betrekking had op bewusteloze patiënten met een voorafgaande wilsverklaring.

Praktijken conform de wet

De Commissie benadrukt dat de ontvangen verklaringen voldeden aan de essentiële wettelijke voorwaarden:

  • vrijwillig, overwogen en herhaald verzoek zonder externe druk,
  • ernstige en ongeneeslijke ziekte, waarbij de patiënt zich in een medisch uitzichtloze toestand bevindt
  • ondraaglijk aanhoudend en niet te lenigen lijden veroorzaakt door deze aandoening

Conclusie: een praktijk in ontwikkeling

De gedetailleerde gegevens in dit rapport tonen niet alleen een constante stijging van de registratie van documenten, maar ook een diversiteit aan medische situaties, patiëntprofielen en locaties waar deze handelingen worden uitgevoerd.

In 2022 en 2023 werd, net als in voorgaande periodes, geen enkel dossier doorverwezen naar het parket, wat wijst op naleving van de wet door zorgverleners.

De Commissie bevestigt in haar verslag, net zoals voorheen, dat de toepassing van de wet geen noemenswaardige problemen heeft opgeleverd of aanleiding heeft gegeven tot misbruiken waardoor wetgevende initiatieven verreist zouden zijn.

Prioritaire aanbevelingen

Om de huidige en toekomstige uitdagingen aan te pakken, stelt de Commissie enkele essentiële maatregelen voor:

  • Versterken van de menselijke en administratieve middelen, die momenteel onvoldoende zijn om het toenemende aantal dossiers te ondersteunen,
  • Herwaardering van de vergoedingen van Commissieleden om de complexiteit en omvang van hun werk te erkennen,
  • Afronding van de digitalisering van processen om de efficiëntie van de verwerking van verklaringen te verbeteren.

Een ambitieuze visie voor de toekomst

De Commissie pleit voor de oprichting van een afdeling gewijd aan euthanasie, die alle nodige administratieve, wetenschappelijke en communicatieve vaardigheden zou bundelen voor een gemoderniseerd beheer. Deze afdeling zou ook opleidingen, onderzoek en informatie over levenseindezorg versterken, in een gecoördineerd perspectief dat gericht is op de rechten van patiënten.

De Commissie roept de overheid op snel te handelen om de continuïteit van haar essentiële taken te waarborgen en in te spelen op de verwachtingen van burgers met betrekking tot levenseindevraagstukken.

Extra informatie